In Amersfoort is in 2021 het CollectieCentrum Nederland (CC NL) in gebruik genomen. In dit gebouw van maar liefst 31.500 m2 groot, liggen de collecties van het Nederlands Openluchtmuseum, Paleis Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgeslagen. Een selectie van deze werken ‘in depot’ is straks samen te zien met objecten van de Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck (Turnhout,1969).
Hij is bekend van zijn monochroom grijze sculpturen, grote installaties, tekeningen en video’s. Daarin stelt hij onderwerpen als mensbeeld en de schoonheid van ‘het object’ aan de orde. Hans Op de Beeck toont de toeschouwer onbestaande, maar herkenbare plaatsen, momenten en figuranten die lijken te zijn weggehaald uit het actuele dagelijkse leven en tracht hiermee de tragikomische absurditeit van ons bestaan in beelden te vatten. Aan de hand van verschillende thema’s worden Op de Beeck zijn werken getoond, samen met werken uit CC NL die daarbij aansluiten. De kunstwerken en objecten uit de vier rijkscollecties bieden met hun verhalen een extra laag in de verschillende ensceneringen.
De schoonheid en kwetsbaarheid van het leven lopen als een rode draad door alle themazalen heen. (Beeldenmagazine)
Tweede locatie
Naast de expositie in Kunsthal KAdE bedacht Hans Op de Beeck voor de Elleboogkerk aan de Langegracht 36 in Amersfoort een nieuwe ‘belevingsinstallatie’ The Silent Reflection, zoals hij er de afgelopen twintig jaar verscheidene op de meest uiteenlopende locaties creëerde. In de Elleboogkerk is dit een winters waterlandschap met een horizon. Op de Beeck: “Water reflecteert niet enkel in letterlijke zin, maar prikkelt in figuurlijke zin ook de reflectie, het reflectieve, het beschouwend nadenken over het zijn en de wereld.” Deze installatie is los te bezoeken van de tentoonstelling in KAdE.
De werken van Op de Beeck en een groot aantal bruiklenen van het CC NL en de installatie in de Elleboogkerk zijn vanaf 27 januari 2024 samen te zien in Kunsthal KAdE.
Aanvullende informatie over de tentoonstelling:
Kunsthal KAdE toont dit voorjaar een grote selectie objecten uit het in Amersfoort gelegen CollectieCentrum Nederland (CC NL) en doet dat in combinatie met grote sculpturen van de Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck. In CC NL bevinden zich de collecties van Rijksmuseum, Paleis Het Loo, Nederlands Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De kleurrijkheid en diversiteit van de vier rijkscollecties zorgt in samenhang met het monochroom grijze werk van Op de Beeck voor nieuwe verhalen. De kunstenaar koos veertien van zijn sculpturen en bedacht daar thema’s bij die als vertrekpunt voor de selectie van de depotstukken dienden: kinderlijke onschuld, reizigers, zee, feest, het vanitas-motief en de wonderkamer. In een zevende zaal combineert hij tien van zijn kinder-/mensfiguren met figuur-sculpturen uit de vier collecties.
In de zalen contrasteren de monochrome grijze sculpturen van Op de Beeck met de kleurrijke kunstwerken uit het CC NL. Hierdoor komen niet alleen de kleuren in de kunstwerken aan de wand beter tot hun recht, maar ogen ook de sculpturen van Op de Beeck in hun kenmerkende grijze tint meer ingetogen. (Beeldenmagazine)
Hans Op de Beeck (Turnhout,1969) heeft de afgelopen decennia naam gemaakt met realistische beelden die allemaal in hetzelfde grijs – ‘Dusty Grey’ – getoonzet zijn. Hiermee abstraheert de kunstenaar op een effectieve wijze alle door hem gekozen objecten – vaak uit het alledaagse leven – die daardoor ook allemaal op hetzelfde ‘niveau’ komen te staan, hiërarchie-loos. Een plastic bekertje of een stuk fruit naast een stuk koraal of een Afrikaans masker. Mensfiguren in allerhande poses naast complete interieurs. Alles is ‘gelijk’. Op de Beeck streeft er niet naar de realiteit te simuleren in zijn werk, maar wil een stemming oproepen die raakt aan de essentie onder de huid van de realiteit. Door het zeer beperkte – vaak monochrome – palet, reduceert hij de anekdotiek van de volledig gekleurde realiteit naar een meer zwijgend, homogeen geheel.
Kinderlijke onschuld
Het beeld dat de kunstenaar koos voor ‘kinderlijke onschuld’ is een meisje dat ligt te slapen op een vlot in een cirkel vol waterlelies. “Er is dat keerpunt waarop we als kind onze onschuld verliezen over het leven en het menszijn. Het besef sijpelt binnen dat er duistere kanten zijn aan het bestaan: we worden ons bewust van manipulatie, bedrog, leed, onrechtvaardigheid, teleurstelling, kwade opzet… De naïviteit, de puurheid van hoe we nog waren in onze vroege kindertijd krijgt daardoor een uitzonderlijke status in onze reflectie over onze levensloop”, aldus Hans Op de Beeck. Het meisje wordt gecombineerd met onder meer kinderportretten uit de verschillende collecties. Daaronder foto’s van 8-jarige meisjes – gemaakt door Céline van Baalen – uit het Rijksmuseum, achttiende-eeuwse pastels van de Van Boetzelaar-kinderen, getekend door Pierre Frédéric de la Croix (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) en jeugdportretten van de Koninklijke Familie uit Paleis Het Loo.
Reizigers
In het kabinet met reizigers wordt de sculptuur ‘The Horseman’ (een man met parasol op een paard, zijn ‘bagage’ een collectie mysterieuze wetenschappelijke objecten) omgeven door onder meer een portret van Frederik Hendrik te paard uit Paleis Het Loo, wandtegels en een koekplank uit het Nederlands Openluchtmuseum en schilderijen van Marius Bauer (een langdurige bruikleen van de RCE aan het Dordrechts Museum), Philips Wouwerman (Rijksmuseum) en Karel Dujardin (Rijksmuseum). “Het onderweg zijn is belangrijker dan de aankomst. De aankomst heeft iets van een besluit in zich, een afronding, een conclusie, een eindpunt. Maar als je onderweg bent, stroomt alles, is er improvisatie, duiken er onverwachte elementen op, blijven de mogelijkheden open”, zegt Op de Beeck.
Zee
Een groot zeegezicht van Charles-François Daubigny fungeert als achtergrond voor de sculptuur ‘The Boatman’ in het kabinet dat draait om ‘leven op het water’. Een man puntert door het water met een roeiboot die is volgeladen met manden vol etenswaar en proviand. Hans Op de Beeck: “De zee is een volstrekt tijdloze metafoor voor oneindigheid, reflectie, het letterlijk en figuurlijk staren naar de horizon, naar wat mogelijk voor ons ligt, maar ook naar wat ongrijpbaar is. Water is vaak aanwezig in mijn werk; het kan woelig zijn, wild en woest, maar ook zacht rimpelend, reflecterend en uiterst rustgevend. In ons leven bevaren we die uiteenlopende varianten en zoeken we telkens de horizon, hoewel die onbereikbaar blijft en zich immer verplaatst.” In de zaal verder onder andere gedenkborden voor een behouden vaart uit het Nederlands Openluchtmuseum, zeegezichten uit de verschillende collecties en zogeheten ‘Bavelaartjes’, kleine kastjes met daarin een driedimensionale scène, gemaakt door Cornelis Bavelaar (Openluchtmuseum).
Wonderkamer
Het vierde kabinet draait om de ‘Wonderkamer’, de oer-variant van verzamelingen (en dus ook de oorsprong van musea). Hans Op de Beeck maakt al jaren kasten, waarin hij een bonte verzameling objecten combineert. “Door objecten met referenties aan de meest uiteenlopende geschiedkundige periodes, culturele achtergronden en stijlen door elkaar heen samen te brengen, ontstaat er iets fascinerends, een compleet nieuw betekenisgeheel als het ware. Ik doe dat graag volgens de vrije associatie, intuïtief, zonder vooropgesteld plan. Daardoor kunnen de meest banale objecten plots iets heel bijzonders worden.” Naast de kasten van Op de Beeck staat een kast met bijzondere objecten uit de vier collecties, van glas en keramiek tot sieraden, apothekersgerei en een bijzondere verzameling antropologische ‘souvenirs’ uit het Heilige Land, in het midden van de negentiende eeuw meegenomen door de reislustige prinses Marianne (enige dochter van Willem I).
Feest
In ’Feest’ zit een danseres van het Braziliaanse carnaval in een gecapitonneerde fauteuil. Om haar heen feestgedruis op foto’s, schilderijen en in tekeningen. “Elke denkbare aanleiding lijkt voor de mens voldoende reden tot feesten. Het feest is een roesmoment waarin we even alles kunnen vergeten. De leegte na het feest daarentegen, kan ontnuchterend melancholiek zijn. Wanneer we de kitscherige feestkleuren verwijderen en een danseres tonen in een moment waarop ze niet in de schijnwerpers staat, ze haar obligate glimlach loslaat en tijd neemt voor zichzelf, ontstaat er een portret van een kwetsbare mens waarin we onszelf makkelijk herkennen.” Naast het werk ‘The Dancer’ wordt van Op de Beeck ook een film vertoond over een licht melancholische feestsituatie in Argentinië.
Vanitas
Het motief ‘vanitas’ tenslotte krijgt haar inhoud door een levensgrote carrousel, geplaatst in de grote zaal. Alle mensen zijn vervangen door skeletten (de dieren zitten wel gewoon in hun huid). Deze ‘Danse Macabre’ herinnert aan de sterfelijkheid. “Via een beeld, een voorstelling, een tekst herinnerd te worden aan onze sterfelijkheid, aan de haast lachwekkend korte tijdelijkheid van ons bestaan, is confronterend, maar ook helend. (…) In de onmetelijkheid van het heelal en de oneindigheid van de tijd, is een mensenleven ondraaglijk licht. Maar dat besef kan ook net het gewicht van de wereld relativeren”, aldus Hans Op de Beeck. De draaimolen wordt gecombineerd met een wand vol vanitas-motieven in tekeningen en op schilderijen. Daaronder een absurdistische ets uit het Rijksmuseum van skeletten die zich warmen bij een kachel, getekend door James Ensor, de landgenoot van Op de Beeck.
Menselijke figuur
Over de combinatie van eigen sculpturen en beeldhouwwerken uit de vier collecties in de zevende zaal zegt de kunstenaar: “Een geheel van beelden van de menselijke figuur, allen bevroren in een stil moment van concentratie, rust, meditatie, kleine verwondering of spel, met de ogen gesloten of verzonken in een inwaarts gekeerde blik, nodigt uit even stil te staan bij het mens-zijn, onze groeipijnen, onze onhandigheden maar ook bij de schoonheid van het sereen ‘alleen maar niet eenzaam’ kunnen zijn. De onspectaculaire voorstelling van een kind, een man, een vrouw in een alledaagse, kleine pose maakt vereenzelviging mogelijk, een manier om zich mentaal te verplaatsen in een ander en laat je vinden wat ons als mens verbindt, niet wat ons scheidt.”
Tweede locatie: Elleboogkerk
Naast de expositie in Kunsthal KAdE bedacht Hans Op de Beeck voor de Elleboogkerk aan de Langegracht in Amersfoort een nieuwe ‘belevings-installatie’, zoals hij er de afgelopen twintig jaar verscheidene op de meest uiteenlopende locaties creëerde. Het gaat dan telkens om de creatie van een raadselachtig oord met een architecturale en landschappelijke dimensie, waarbij hij de toeschouwer uitnodigt om stilte en een tijdloos moment van reflectie en kalmte te vinden. Hoewel deze geënsceneerde oorden ontegensprekelijk onecht zijn, vaak surreëel aandoend of absurd, kunnen ze voor de receptieve toeschouwer wel een authentieke beleving teweegbrengen. In Amersfoort is dit een winters waterlandschap met een horizon. “Water reflecteert niet enkel in letterlijke zin, maar prikkelt in figuurlijke zin ook de reflectie, het reflectieve, het beschouwend nadenken over het zijn en de wereld.”
CC NL: het gebouw
De diversiteit in het aanbod van geleende objecten reflecteert de rijkdom aan schatten die in het collectie centrum liggen opgeslagen. Voor de plek boven Amersfoort werd onder meer gekozen doordat het land er 2,5 meter boven NAP ligt en daardoor minder kwetsbaar is voor opkomend (grond)water. Het 31.500 m2 grote, door Cepezed Architecten ontworpen gebouw voldoet aan de modernste klimaat- en veiligheidseisen, heeft twee grote restauratieateliers, koelcellen, werkplaatsen, een fotografieruimte en een grote transportzone om kunstwerken te verpakken en voor te bereiden voor transport. Een van de grootste depots biedt onderdak aan rijtuigen en zelfs een immens draaiorgel. In totaal staat er voor bijna 25.000 m2 aan schilderijenrekken (6 kilometer lengte) en 19 kilometer aan plankruimte in de 39 depots. Het gebouw voldoet aan de hoogste eisen voor duurzaamheid.
Samenvatting
In Kunsthal KAdE is vanaf 27 januari een tentoonstelling te zien van sculpturen van Hans Op de Beeck (Turnhout,1969) in combinatie met collectiestukken uit het CollectieCentrum Nederland (CC NL) in Amersfoort. Hier liggen sinds 2021 de collecties opgeslagen van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo, het Nederlands Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onder de meest geavanceerde condities. Hans Op de Beeck koos veertien van zijn sculpturen en bedacht daar thema’s bij die als vertrekpunt voor de selectie van depotstukken dienden: kinderlijke onschuld, reizigers, zee, feest, het vanitas-motief en de wonderkamer. In een zevende zaal combineert hij tien van zijn kinder-/mensfiguren met figuur-sculpturen uit de vier collecties. Naast de expositie in Kunsthal KAdE bedacht Hans Op de Beeck voor de Elleboogkerk aan de Langegracht in Amersfoort een nieuwe ‘belevings-installatie’, zoals hij er de afgelopen twintig jaar verscheidene op de meest uiteenlopende locaties creëerde.
Over Hans Op de Beeck
Hans Op de Beeck (Turnhout,1969) is een Belgisch beeldend kunstenaar die leeft en werkt in Anderlecht (Brussel). Sinds een twintigtal jaren bouwt hij aan een internationaal tentoonstellingsparcours.
www.hansopdebeeck.com
www.ronmandos.nl/artist/hans-op-de-beeck
Hans Op de Beeck maakt grote installaties, sculpturen, films, tekeningen, schilderijen, foto’s en teksten. Zijn werk is een reflectie op onze complexe samenleving en de universele vragen over zingeving en sterfelijkheid die daarin resoneren. Hij beschouwt de mens als een wezen dat de wereld om hem heen op tragikomische wijze in scène zet. Bovenal wil Op de Beeck de zintuigen van de kijker prikkelen en uitnodigen het beeld echt te beleven. Hij probeert een vorm van visuele fictie te creëren die een moment van verwondering en stilte oplevert. In 2022 en 2019 regisseerde hij een opera voor Opera Ballet Vlaanderen in Gent.
Op de Beeck had museale solotentoonstellingen in onder meer: Helsinki (2023), Sint-Petersburg (2021), Hokkaido (2019), Tel Aviv (2019), Wolfsburg (2017) en Toulouse (2016).